Dwangmedicatie

Dwangmedicatie

Opname accommodatie

KC24-014 03 april 2024

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

 

Inzake : [klaagster]
Instelling : Pro Persona
Klachtnummer : KC24-014
Datum ontvangst klacht : 21 maart 2024
Schorsingsverzoek : gehonoreerd
Datum hoorzitting : 29 maart 2024
Datum beschikking : 03 april 2024

 

 

Aanwezig bij de hoorzitting

[XX] (klaagster)

[XX] (PVP)

 

[XX] (verweerder/psychiater)

[XX] (verweerder/arts)

 

[XX] (voorzitter)

[XX] (jurist)

[XX] (psychiater)

 

[XX] (waarnemend ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

Ingediende klacht

  1. Verplichte opname in een kliniek
  2. Medicatie

 

 

Schorsingsverzoek
Het schorsingsverzoek om de toediening van de medicatie aan te houden tot de uitspraak van de klachtencommissie is toegewezen op 22 maart 2024.

 

Bevoegdheid klachtencommissie

Klaagster heeft een klacht ingediend over een situatie als bedoeld in artikel 10:3 Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz). De klachtencommissie is op grond van artikel 10:1 lid 2 Wvggz bevoegd om uitspraak over deze klacht te doen.

 

Procesverloop

De klachtencommissie heeft op 21 maart 2024 een klacht ontvangen inzake verplichte zorg. Op

22 maart 2024 zijn partijen geïnformeerd over de behandeling van de klacht en uitgenodigd voor een hoorzitting. Op 26 maart 2024 is het verweer ingediend bij de klachtencommissie. Dit is op 27 maart 2024 doorgestuurd naar partijen.

 

De hoorzitting heeft plaatsgevonden op 29 maart 2024. Partijen hebben tijdens de zitting hun standpunt toegelicht. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat partijen dezelfde dag een verkorte uitspraak tegemoet kunnen zien. De gemotiveerde uitspraak volgt uiterlijk 04 april 2024.

 

De klachtencommissie heeft met toestemming van klaagster inzage gehad in de volgende stukken:

-           Ingediende klacht;

-           Verweerschrift;

-           Kennisgeving mondelinge uitspraak verplichte zorg Wvggz, d.d. 15-02-2024;

-           Zorgplan, d.d. 24-01-2024;

-           Zorgkaart, d.d. 26-01-2024;

-           Medische verklaring, d.d. 23-01-2024;

-           Beschikking zorgmachtiging, d.d. 15-02-2024;

-           Beslissingen verlenen verplichte zorg, d.d. 04, 13 en 19-03-2024;

-           Medicatieoverzicht;

-           Decursus 14-03-2024 t/m 26-03-2024.  

 

 

Feiten

Klaagster is een [leeftijd] vrouw bekend met een waanstoornis, meest passend bij late onset schizofrenie. In het verleden is klaagster meerdere keren opgenomen geweest vanwege psychotische ontregeling met paranoïde wanen en agressief gedrag.

 

De verplichte zorg vindt plaats onder een zorgmachtiging met een ingangsdatum van 15-02-2024 en een expiratiedatum van 15-08-2024. Medicatie en opname in een accommodatie vormen onderdeel van de toegestane verplichte zorg.

Klaagster heeft tot 12 maart 2024 ambulante zorg ontvangen. Op 14 maart 2024 werd klaagster opgenomen in de gesloten afdeling van de Riethorst.

 

 

Verslag van de hoorzitting

De voorzitter opent de vergadering en licht de procedure toe. Alle partijen stellen zich voor.

 

Standpunt van klaagster

Klaagster is het niet eens met de toegepaste verplichte zorg door middel van medicatie en opname in een accommodatie.

 

Voor de opname had klaagster problemen met haar werkgever. Zij was achter informatie gekomen  dat er dingen niet klopten en dat zij gehackt was. Er gebeurden allemaal dingen op haar computer en het leek alsof er een microfoon in haar huis geïnstalleerd was. Klaagster is ervan overtuigd dat zij door anderen wordt afgeluisterd. Klaagster heeft hiervan bewijzen naar de politie gestuurd. Ook op haar werk waren er cliënten die dingen zeiden die niet klopten. Er zijn veel dingen gebeurd die vreemd klinken, maar die echt gebeurd zijn. Klaagster wil wel thuis vrijwillig behandeld worden, maar een verplichte opname is niet goed voor haar. Dit is in de periode 2014-2016 ook gebeurd en klaagster is hierdoor getraumatiseerd.

 

Klaagster stelt dat zij geen psychose heeft of heeft gehad; zij heeft dan ook geen medicatie voor psychose nodig. Klaagster heeft eerder medicatie gehad die achter haar rug om werd toegediend door een cliënt van haar, die cliënt heeft dat ook erkend. Klaagster kreeg hierdoor brandende hoofdpijnen. Klaagster heeft door die medicatie een lichte hersenbeschadiging aan over gehouden. Dit is ook vastgesteld door een neuroloog. Aan de medicatie die is toegediend in de periode 2014-2016 heeft klaagster daarnaast verschillende mentale klachten overgehouden, zoals geheugenverlies. Klaagster is natuurgericht en wil daarom geen medicatie. Ook begrijpt klaagster niet hoe het kan dat er contact is geweest door de FACT psychiater met haar huisarts, terwijl zij dit niet wilde en de huisarts ook van niets wist. Klaagster functioneert normaal en medicatie en opname is absoluut niet nodig.

 

Standpunt van verweerder

Klaagster heeft een voorgeschiedenis binnen de ggz, met eerdere opname vanwege psychotische ontregeling. Bij klaagster is sprake van een waanstoornis, gekenmerkt door complottheorieën en een uitgebreid waansysteem, waarbij klaagster ook overlast veroorzaakt.

 

Klaagster veroorzaakte overlast in de buurt (o.a. door mensen aan te klampen, briefjes op te hangen en te verspreiden), wat leidde tot confrontatie met omwonenden. Sinds 2023 zijn er meer dan 200 politieregistraties geweest, ook door eigen meldingen van klaagster. Ook is klaagster haar baan verloren en loopt zij het risico haar woning te verliezen als de overlast niet stopt.

 

In 2023 heeft het FACT-team herhaaldelijk geprobeerd contact te leggen met klaagster, maar zij werden steeds door klaagster weggestuurd. Klaagster heeft geen ziektebesef en ziekte-inzicht en zij weigert hulp en medicatie. Begin 2024 is een zorgmachtiging afgegeven ten behoeve van klaagster. Het FACT-team heeft geprobeerd om in contact te komen met klaagster, maar klaagster wilde niemand van Pro Persona spreken. Door het FACT-team werd verbale agressie en een psychotisch toestandsbeeld waargenomen.

 

Begin maart 2024 is door de FACT-psychiater besloten om verplichte zorg toe te gaan passen, om ernstig nadeel af te wenden. De aanzeggingsbrief is in de brievenbus achtergelaten aangezien klaagster niet thuis was. Op 13 maart 2024 kwam een bed vrij en is klaagster opgenomen.

 

Tijdens de opname wordt het beeld van ernstige psychotische stoornis bevestigd. Er is sprake van denkstoornissen, agitatie en ook verbale agressie en klaagster weigert hulp of behandeling. De psychiatrische hulpverlening is onderdeel van haar paranoïde waansysteem. Daarnaast zorgt klaagster ook op de afdeling onrust; onder andere door schreeuwen en haar psychotische ideeën met medepatiënten te delen die hierdoor van slag raken.

 

Verweerder geeft aan dat behandeling met medicatie noodzakelijk is om het psychiatrisch toestandsbeeld te behandelen. Aangezien klaagster meerdere keren heeft aangegeven geen medicatie te willen, is opname nodig om haar goed in te kunnen stellen op de medicatie. Gelet op haar weerstand ziet verweerder op dit moment geen andere mogelijkheid, dan het toedienen van een depotmedicatie. Zonder behandeling met medicatie zal het psychotische toestandsbeeld blijven bestaan. Medicatie is daarom nodig om onder meer te kunnen werken aan de terugkeer naar huis.

  

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. De klacht ziet op de uitvoering van de verplichte zorg en zijn gericht tegen de verplichte opname en beperking van bewegingsvrijheid zoals bedoeld in artikel 8:9 Wvggz en zijn ontvankelijk.

 

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

 

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften zoals vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Wat betreft deze formele aspecten van de verplichte zorg stelt de commissie vast dat deze voldoen aan de wettelijke vereisten die hiervoor zijn gesteld.

 

Hoewel klaagster de stoornis en/of het toestandsbeeld ontkent, heeft de commissie geen reden om aan te nemen dat de diagnose is vastgesteld op grond van onjuiste informatie.

 

Voorts is naar het oordeel van de commissie voldoende aannemelijk dat er sprake is van ernstig nadeel, gelegen in een groot risico op onder meer maatschappelijke teloorgang en risico om agressie van anderen over zichzelf af te roepen, waardoor gedwongen opname was gerechtvaardigd. Hierbij neemt de commissie in aanmerking dat eerst ambulante zorg was ingezet, maar dat het FACT-team deze zorg niet, althans onvoldoende heeft kunnen uitvoeren vanwege de afwerende en agressieve houding van klaagster. Deze klacht zal daarom ongegrond worden verklaard.

 

Verweerder heeft naar het oordeel van de commissie voldoende aannemelijk gemaakt dat vrijwillige orale medicatie op dit moment niet lukt en dat om die reden toediening van een depot noodzakelijk is om de psychose van klaagster te stabiliseren en te behandelen.

Deze klacht zal daarom eveneens ongegrond worden verklaard.

 

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de klacht gericht tegen opname in een accommodatie ongegrond.

De klachtencommissie verklaart de klacht gericht tegen de medicatie ongegrond.

 

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld. Let op: aan deze procedure bij de rechtbank zijn kosten verbonden.

 

 

Aldus besloten,

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

 

 

[XX]

Vicevoorzitter Wvggz klachtencommissie

Datum: 03 april 2024

Aantal bladzijden: 5